Ontvang de nieuwste updates
De nieuwste recepten
Geen recept missen?
Papaya
Pepaya
Carica papaya
Caricaceae
De papayaboom komt oorspronkelijk uit Mexico. De boom kan tot zes meter hoog worden. De stam is hol, de bladeren zijn groot, zo'n 50 tot 70 cm. en vingervormig. De bladeren worden als groente gegeten. Ze groeien spiraalvormig om de stam en ze vallen na een bepaalde tijd af. Daardoor heeft de papayaboom een kale stam met bovenaan een pluim van bladeren. De bloemen groeien in de bladoksels.
De vruchten groeien aan de stam van de boom. De vruchten komen aan de boom als de bladeren nog niet zijn afgeworpen. Tijdens het rijpen vallen de onderste bladeren af. De rijpste vruchten groeien onderaan de tros. De vrucht is rond tot ovaalvormig, circa 20 cm. lang. Het gewicht van een (in België of Nederland verkochte) papaya kan variëren van 300 tot 500 gr., alhoewel de vruchten 6 kg. zwaar kunnen worden. Papaya's van dit gewicht worden echter niet geëxporteerd.
De papaya heeft een gladde, dunne schil, die tijdens het rijpen verkleurt van groen naar geel-groen-gevlekt. Een rijpe papaya heeft zalmroze tot geel-oranje vruchtvlees, ruikt enigszins naar abrikozen, is boterzacht en smaakt zoet en meloenachtig. Het vruchtvlees van de papaya bevat geen vruchtzuren, met als gevolg de zeer zoete smaak. In het midden van de papaya bevindt zich een holle ruimte die gevuld is met zwarte pitjes, die niet gegeten worden. Wel worden de pitten gedroogd en daarna tot poeder gemalen. Dit poeder wordt in marinades gebruikt om vlees malser te maken. Voor het nuttigen van deze vrucht moeten de schil en de pitten verwijderd worden. Citroensap verhoogt de smaak van het vruchtvlees. Onrijpe exemplaren worden als groente gegeten.
De vruchten moeten geoogst worden als het rijpingsproces net is begonnen en te vroeg geplukte papaya's kunnen niet meer narijpen. Het zijn kwetsbare producten voor de export. Een rijpe papaya is te herkennen aan een groen-geel-rood gevlekte (kleur kan per variëteit verschillen) schil die bij lichte vingerdruk enigszins meegeeft en lekker ruikt.
Als je papaya's in combinatie met zuivelproducten of gelatine wilt gebruiken, kan je de vruchten beter enkele minuten koken of vruchten uit blik gebruiken. Verse papaya's bevatten het eiwitsplitsende enzym papaïne. Dit enzym lijkt op het door het menselijk lichaam geproduceerde pepsine dat eiwitten afbreekt. Bij verwerking met gelatine gaat het de gelatinewerking tegen, net als bij de ananas en kiwi. De papaïne zorgt er ook voor dat de vrucht licht verteerbaar is. Het komt echter ook door de papaïne dat zuivelproducten met verse papaya na enige tijd waterig worden en een vieze smaak krijgen.
- Carica papaja
- Formosa papaja
- Golden papaja
- Kapoho papaja
Onrijpe vruchten worden als groente gegeten, of in chutneys, curries of salsa's gebruikt. De rijpe vruchten hebben een zoete smaak, die lijkt op die van meloenen. De vrucht wordt daarom soms ook wel boom-meloen genoemd. De geur doet denken aan abrikozen. Als je het vruchtvlees met limoensap besprenkelt komt de smaak nog sterker tot zijn recht.
Besprenkel de vrucht met een lekkere likeur en verwerk ze in een nagerecht, zoals een fruitsalade. De zoete smaak van papaya is ook geschikt voor het maken van een milkshake of smoothie. Je moet een melkproduct met papaya meteen gebruiken, want het eiwit afbrekende enzym papaïne zorgt er voor dat je drankje dun wordt en bitter gaat smaken. Papaya's worden ook vaak als voorgerecht gebruikt gecombineerd met ham.
De pitten van de papaya bevatten veel papaïne en zij worden, vaak gemalen, gebruikt om vlees malser te maken. Ook kan je het vlees in papayabladeren wikkelen om het zelfde effect te krijgen, of het vlees te marineren in papaja sap. In de tropen worden de pitjes gebruikt als een geneesmiddel tegen darmparasieten, vanwege de laxerende werking.
De papaya komt oorspronkelijk uit de kuststreken van Midden Amerika. Columbus heeft de plant naar andere Spaanse koloniën gebracht. Tegenwoordig wordt de papaya in alle tropische gebieden aangeplant, zoals bijvoorbeeld in Australië, India en Midden- en Zuid Amerika (Costa Rica, Brazilië) en Afrika (Kenia, Ivoorkust).
De papaya is een echte warmte-aanbidder, hij verkiest voedselrijke, goed doorlatende en iets zure grond. Vanuit vers zaad kan men proberen om de plant op te kweken. De zaden bedekken met potgrond, op een lichte plaats zetten bij een temperatuur van 25°C. Kieming na 3 tot 4 weken.
De papayaboom is een snel groeiende boom. Het hout is zacht. Op de holle stam staan een aantal grote, ingesneden bladeren. De bladstelen zijn zeer lang (tot 1m) en hol. Op de stam zijn overal grote bladlittekens te zien. De plant bevat een wit melksap (latex) in alle onderdelen. De papayaboom is tweehuizig: er zijn mannelijke bomen, waar nooit vruchten aan komen en vrouwelijke planten waar natuurlijk wel vruchten aan komen. Tegenwoordig worden er echter ook rassen met tweeslachtige bloemen geteeld. Hier is een kruisbevruchting niet meer noodzakelijk. De gelig-groene bloemen ontwikkelen zich rechtstreeks op de stam. De mannelijke bloemen komen steeds in grote schermen voor, de vrouwelijke bloemen staan solitair of in kleine groepjes. Papayabomen worden uit zaad opgekweekt. Ze worden ongeveer 25 jaar oud. De productiviteit van de planten loopt echter na 3 jaar al terug.
Rijpe papaya's zijn in de supermarkt en bij de groenteboer te koop. De onrijpe papaya koop je in de oosterse toko.
Papaya bevat agrimine, dat een goede uitwerking zou hebben op de vrouwelijke vruchtbaarheid, evenals carpaïne, een enzym waarvan men vermoedt dat het goed is voor het hart. Ook komt in deze plant fibrine voor, zeldzaam bij andere planten. Bij de mens speelt dit een grote rol bij de bloedstolling.
Therapeutisch kan het vaak gebruikt worden met ananassap waarin zich een ander belangrijk enzym, het bromelaïne, bevindt. De schil van de papaya geeft een uitwendige behandeling van wondjes op de huid en op plaatsen die niet snel genezen. Ook de pulp uit de sapcentrifuge kan hiervoor, of als onderdeel van een kompres, gebruikt worden.