Ontvang de nieuwste updates
De nieuwste recepten
Geen recept missen?
Prei
Bawang perai
Allium porrum
Lookfamilie
De prei is familie van de ui, bieslook en knoflook, de lookfamilie. Prei is een aromatische, pittige groente met lange witte stelen en groen schutblad. Er zijn verschillende soorten prei. De bekendsten zijn de winterprei en zomerprei. Winterprei is dikker en steviger dan zomerprei. Zomer- en herfstprei heeft een lange, dunne schacht met geelgroen blad met een fijne structuur. Deze preisoorten zijn minder lang houdbaar dan winterprei. De schacht van de prei wordt gebleekt: tijdens de groei worden de voren steeds met aarde aangevuld en omdat een deel van de prei door aarde wordt bedekt blijft dat deel wit.
Prei wordt niet alleen gekookt en soms rauw als groente gegeten, maar wordt ook als keukenkruid gebruikt en verwerkt in salades. Met wortels en knolselderij wordt prei in soep gebruikt. Prei is eigenlijk tweejarig; we oogsten haar in het eerste jaar, als we dat niet zouden doen zou ze het voorjaar daarop gaan bloeien. Zo heel af en toe schiet ze in haar eerste jaar al wel eens door; altijd als gevolg van een buitengewone temperatuurswisseling (na een warm voorjaar ineens een flinke koudeperiode en dan weer zeer warm bijvoorbeeld).
Prei is een eenzaadlobbige plant. De plant is opgebouwd uit bladscheden en bladschijven. De bladscheden zitten over elkaar heen gevouwen en vormen zolang ze met grond bedekt zijn het witte gedeelte van de prei. Er is een vegetatieve fase, dat betekent dat er geen stengel aanwezig is. Pas onder invloed van kou in de winter, wordt de prei generatief en gaat dan eind april of begin mei een stengel vormen. Op deze stengel zal zich een bloemknop ontwikkelen. Dit gaat ten koste van de bladeren. Aan de voet van de prei kan een verdikking optreden die knobbel genoemd wordt. Een knobbel is ongewenst omdat het verwijderen van de oude bladeren dan moeilijker gaat.
Prei is jaarrond beschikbaar. In Nederland zijn Noord-Brabant en Limburg de belangrijkste teeltgebieden, in België is dat vooral midden West-Vlaanderen. Prei was vanouds een belangrijke herfst- en wintergroente. Door gebruik te maken van verschillende rassen is het nu mogelijk het hele jaar door prei aan te voeren. Doordat de prei in mei begint te bloeien wordt de laatste winterprei gerooid midden tot eind april en ongeschoond in koelcellen op -1°C bewaard. Deze prei kan zo tot eind juni bewaard worden. Pas wanneer deze prei dan uit de koelcellen gehaald wordt, wordt ze geschoond. De rassen van prei worden naar de tijd van oogsten ingedeeld in zomer-, herfst- en winterprei. De zomer- en herfstrassen hebben een langere schacht dan de winterrassen.
- Zomerteelt; zaaien half januari
- Vroege herfstteelt; zaaien half maart
- Late herfstteelt; zaaien eind maart
- Winterteelt; zaaien begin april
- Late winterteelt; zaaien eind april
Prei, gesneden in ringen, is erg geschikt voor roerbakken en ovenschotels. De gehele prei, dus het lichtgroene en het donkergroene gedeelte, is eetbaar. Prei kan ook gekookt worden. 10 minuten koken is voldoende. Ook kan prei klein gesneden in salades worden gebruikt. Ook is prei uitermate geschikt om in een hartige taart, of gegratineerd met kaas uit de oven gegeten te worden. Prei is een belangrijk ingrediënt voor het maken van erwtensoep.
De Sumerische koning Urnammu liet rond 2100 v.Chr. al prei telen in de tuinen van Ur. Bekend is dat ook de Egyptische piramidebouwers, de Grieken en de Romeinen prei aten. Vervolgens is de groente over heel Europa verspreid. De Engelse koning Cadwallader gebruikt in het jaar 640 prei als herkenningsteken voor zijn troepen. De prei komt voor in het nationale embleem van Wales.
Prei kan je uit zaad opkweken, maar makkelijker is het om in het voorjaar kleine preiplanten te kopen en deze in je groentetuin uit te zetten. Maar wil je zelf prei zaaien, dan kun je preizaden 24 uur in warm water voorweken voor een snellere kieming. Bedenk dat de groei langzaam gaat en dat de zaailingen tot in mei in de pot, bak of volle grond zullen staan. Goed nat houden, dan kiemen de zaden binnen 3 tot 4 weken, afhankelijk van de temperatuur.
De zaaitijd is van maart tot half april. Half tot eind mei (bij laat zaaien in juni) zijn de zaailingen dus eindelijk bijna op potlooddikte, dan mogen ze uitgezet worden. Maak gaten in de grond van ongeveer 15-20 centimeter diep (de harten van de zaailingen moeten nog boven de grond uitkomen) en ongeveer 5 centimeter breed. De gaten het liefst iets van 15 centimeter uit elkaar zodat elke prei nog breeduit kan groeien. De planten moeten boven de 18°C opgekweekt worden. Bij een lagere temperatuur gaan de planten over in de generatieve fase en gaan dan vroegtijdig bloeien.
Ook kunnen de planten in geulen worden geplant. Later kunnen de planten dan nog enkele keren aangeaard worden. De plantafstand bedraagt in de rij 12-15 cm. en tussen de rijen 30-50 cm. afhankelijk van de teeltperiode.
Prei houdt van een rijke bodem: vochthoudend maar toch luchtig en een goede structuur. Ze heeft veel voeding nodig, vooral stikstof (voor bladgroei), maar pas op met overbemesten. Daar doen ze het hier prima op, met mooie dikke volle schachten.
Pas op met de vruchtwisseling! De prei heeft veel stikstof nodig en staat daarom op het landje van de bladgewassen, maar ze blijft wel familie van de ui, knoflook en sjalot. Teel nooit prei voor of na uien (of sjalot of knoflook). Houd een vruchtwisseling van 1 op 4 jaar aan. En bedenk dat prei zoveel voeding gebruikt dat ze de grond behoorlijk voedingsarm nalaat: bemest dus wat bij of teel het jaar erop bijvoorbeeld bonen of worteltjes (die houden van goede structuur maar hebben niet veel voedingsstoffen nodig).
Prei is het hele jaar door te koop in de supermarkt en bij de groenteboer.