Makreel

Tenggiri

Scomber scombrus,Scomberomorus

Scombrinae

De makreel wordt ook wel gewone makreel of Atlantische makreel genoemd. Het is een straalvinnige vis uit de orde der baarsachtigen. Het is een vis die in de kustwateren in scholen kort onder de wateroppervlakte leeft. De kleuren van de gewone makreel zijn aan de buikzijde zilvergrijs, die naar de rug toe verlopen naar blauw. Hij heeft op de rug donkere strepen. Hij bereikt een lengte van 30 tot 50 centimeter, met een gewicht tot 3,4 kilo. Hij heeft een torpedovorm, waardoor hij snel door het water kan schieten om prooi te achterhalen, of om aan zijn aanvallers te ontkomen. Anders dan andere vissoorten heeft de makreel geen zwemblaas. Daardoor kan hij zonder problemen snel naar dieper water zwemmen, nadeel is, dat hij permanent in beweging moet zijn, om te voorkomen dat hij zinkt.

In de zomer komen de vissen dicht bij de kust en trekken dan naar het noorden. In de winter bevinden ze zich in diepere wateren. Het voedsel bestaat uit kreeftachtigen en kleine vissen en wordt aan de wateroppervlakte gezocht. De paaiperiode loopt van mei tot juli.

- Spaanse makreel
- Koningsmakreel
- Australische gevlekte makreel

Het rode visvlees van de makreel bederft heel snel; om deze reden wordt de meeste makreel gestoomd verkocht. Ook verse makreel is goed eetbaar. Vanwege het snelle bederf is het verstandig om zelf gevangen en snel schoongemaakte en gekoelde makreel te gebruiken. De makreel is uitermate geschikt om te worden gegeten. Je kunt ze stoven, bakken, roken of grillen. Het vlees heeft een hoog vetpercentage, tot wel 12%. Hij heeft een typische vissmaak, die kan worden weggenomen door de vis enige tijd in limoen-, of citroensap te marineren. Ook het gebruik van tamarindewater neemt die typische vissmaak en -geur weg. Omdat de makreel zacht vlees heeft, is hij heel makkelijk van de graten te ontdoen. Als je de ruggengraat vastpakt en dan voorzichtig naar achteren trekt, zal de graat gemakkelijk uit de vis los laten.

Omdat makreel snel bederft wordt hij meestal gerookt verkocht. Vaak ook als filets met allerlei kruiden. Makreel wordt ook in olie of tomatensaus in blik ingemaakt. Verse makreel is ook goed in te vriezen.

De makreel voedt zich voornamelijk met plankton, garnalen en kleine pelagische vissen zoals (jonge) haring en zandspiering. De paaitijd is van mei tot juli bij een temperatuur van 11-14°C, waarbij het vrouwtje 200.000 - 450.000 eieren nabij het wateroppervlak legt. De makreel paait in de centrale Noordzee en langs de zuidkust van Ierland. De eitjes zweven in het water en de larven groeien binnen een jaar uit tot vissen van ruim 20 cm.

De jonge makrelen bereiken aan het eind van het eerste levensjaar een lengte van 20 cm. (‘paapjes’). Na de paai ten zuiden van Ierland trekken de makrelen in zeer grote scholen naar de voedselgebieden nabij de Shetlandeilanden in de noordelijke Noordzee, maar er is ook nog een kleine populatie die in de Noordzee paait. Makrelen hebben geen zwemblaas en moeten voortdurend blijven zwemmen om zuurstofrijk water langs de kieuwen te laten stromen.

Verse en gerookte makreel zijn bij de visspeciaalzaak te koop. Visconserven zijn te koop in de supermarkt.