Ontvang de nieuwste updates
De nieuwste recepten
Geen recept missen?
Mais
Jagung
Zea mays ssp. mays
Grassenfamilie
Maïs behoort tot de familie der grassen. De plant is in de loop der eeuwen door kruisingen zo veredeld, dat de zaden voor de menselijke consumptie geschikt zijn. De oudste gevonden maïskolf had een grootte van een flinke duim. De oorspronkelijke maïsplant stamt uit Midden Amerika en is zodoende een plant die van warmte houdt. Tegenwoordig wordt de maïs in de gematigde streken van de wereld vooral als veevoer gebruikt. De zaadkorrels zetten hun suikers om in zetmeel en die zijn voor de mens niet te verteren. De consumptiemaïs zet de suikers niet om in zetmeel. Daardoor smaakt deze maïssoort zoet en is voor de mens verteerbaar.
Een maïsplant kan wel twee meter hoog worden en de bladeren worden steeds groter en breder. Bij maïs zijn de vrouwelijke en mannelijke bloemen van elkaar gescheiden, maar wel op dezelfde plant. Aan de top van de plant zitten in de pluim de mannelijke bloemen. Ongeveer halverwege de plant zitten in de oksels van de bladeren één of meer kolven bestaande uit de vrouwelijke bloemen. Op een geven moment komen er ook bloemen aan de maïsplant. Dit zijn de mannelijke bloemen, die zitten boven aan de maïsplant. De mannelijke bloemen hebben meeldraden. Een maïsplant is tweeslachtig en heeft dus ook vrouwelijke bloemen. Omdat de mannelijke bloemen bovenin de plant groeien, kan het stuifmeel gemakkelijk door de wind worden meegenomen en zo de vrouwelijke bloemen bestuiven. De maïsbloemen worden dus door de wind bestoven en niet door insecten. De oogst van de verse, hoogkwalitatieve, Nederlandse buitenteelt begint in augustus en gaat door tot in oktober.
Maïskorrels groeien en rijpen in kolven die omhuld zijn met grote schutbladeren. De zaden van maïskolven zijn meestal goudgeel, maar er bestaan ook donkerrode, blauwe, violette en zwarte soorten. De suikermaïs wordt steeds meer als groente gegeten. In de winkel vind je maïs terug in verschillende vormen, zoals: kolven, korrels, cornflakes, maïzena, popcorn en maïskoeken, zoals bijvoorbeeld tortilla's.
In Nederland is het eigenlijk te koud om buiten maïs te kweken voor menselijke consumptie. Wat je langs de weg ziet staan, is dan ook meestal snijmaïs, een zetmeelrijk veevoer dat vooral wordt gebruikt in de rundveehouderij. Maar sinds een aantal jaren is men er in geslaagd om ook suikermaïs in Nederland te telen. In Amerika is maïs al langer populair, maar ook in ons land wint deze relatief nieuwe groente aan populariteit. De laatste jaren is in Nederland de consumptie van suikermaïs verdubbeld. Een maiskolf weegt ongeveer 225 gram. Dit kan oplopen tot 350 gram midden in de zomer. In Nederland wordt al 30 jaar suikermais geteeld.
- Snijmaïs
- Suikermaïs
- Siermaïs
Maïs komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika waar het gewas door de oorspronkelijke bewoners veredeld werd tot grotere, voedzamere kolven. Zij zochten steeds de beste, lekkerste, grootste kolven uit om de maïs mee voort te planten. Waarschijnlijk zijn ze ooit begonnen met de teosinte, een klein grasplantje.
Pas na het jaar 800 werd de maïs ook basisvoedsel in Noord-Amerika en na de verovering van Yucatan door Cortez (1546) werd de plant ook naar Europa gebracht. Het is nu basisvoedsel in grote delen van Midden- en Zuid-Amerika, en Afrika en is ook in China bekend. Voor het koudere klimaat hebben de Europeanen de maïs zelf verder veredeld waarna de plant het in koudere gebieden ook steeds beter ging doen.
Maïs wordt 1 keer per jaar gezaaid en heeft een groeiperiode van gemiddeld 120 dagen. Zaai maïszaden niet in koude grond, laat de grond eerst goed opwarmen door de zon. Het gewas heeft tijdens de groei veel warmte en licht nodig. De planten kunnen niet goed tegen nattigheid. De oogst is tussen augustus en oktober. Maïs wordt onrijp geoogst.
Zoals gezegd zaaien we zelf in 7- of 9 centimeterpotjes, onder glas, een centimeter of 2-3 diep. Geef voldoende water maar niet teveel, kletsnatte (en dan ook nog koude) grond zorgt voor schimmelende en rottende zaden. Na ongeveer een week (bij 20 graden) kiemen de zaden, en de groei gaat vrij snel: een week of 3 daarna kunnen de zaailingen al uitgeplant worden. Wij zaaien maïs zo half april onder koud glas voor, in potjes. Bescherm de potjes wel want muizen vinden ze erg lekker. De zaden kiemen vaak binnen 1 tot anderhalve week. De jonge zaailingen maken al gelijk een flink wortelgestel, vandaar dat we 1 zaadje per potje zaaien. Mocht je niet over een kas of platte bak beschikken, zaai dan vooral binnenshuis want buiten zaaien duurt langer, zijn er kapers (muizen, vogels) op de kust, etc. Je kunt zo ook gelijk al flinke zaailingen uitplanten die dan voldoende wortels hebben en zelf sterk genoeg zijn om vanaf het uitplanten voor zichzelf te zorgen.
Verse suikermaïs is jaarrond in de supermarkt en bij de groenteboer verkrijgbaar. De maïs wordt geïmporteerd uit Senegal, Marokko en Amerika. Vanaf juli komt de maïs uit Nederland. De Nederlandse oogst eindigt half oktober. Maïskorrels worden ingeblikt of diepgevroren verkocht.