Ontvang de nieuwste updates
De nieuwste recepten
Geen recept missen?
Lamskotelet
Iga domba muda
Ovis aries
Een lam is een jong van schapen. Je spreekt van lam, als het dier jonger is dan één jaar. Omdat lamsvlees van een jong dier is, is het vlees mals en mager. Het heeft dan ook een korte bereidingstijd nodig in vergelijking tot schapenvlees. Schapenvlees is ook veel vetter.
Bekend zijn de lamskoteletten om hun zachte malse smaak en hun korte bereidingstijd. Lamskoteletten zijn dik en vlezig met een mooi vetrandje, dat wegsmelt tijdens het bakken en het vlees heerlijk mals houdt. Koteletten kunnen ook uit de schouder van het lam gesneden worden. Dan spreek je van schouderkarbonade. Koteletten, die aan één stuk uit het voorste deel van de rug gesneden worden, heet een lamsrack. Het rack bestaat uit meerdere lamskoteletten. Het rack wordt in z'n geheel gebraden, waarna de koteletten worden losgesneden.
Voordeel van de schouderkarbonade is dat het bijna 50% goedkoper is dan de originele lamskotelet. Het is een zeer smakelijk stukje vlees dat eenvoudig op de bbq te bereiden is maar ook erg smakelijk en zacht wanneer het even opgebakken/gestoofd wordt. Schouderkarbonade droogt niet snel uit zoals normale lamskotelet doet wanneer deze te lang wordt gebakken.
Lamskoteletten smaken het lekkerst, als ze kort worden gebakken en van binnen nog rosé zijn. Zorg wel dat het vlees 15 minuten voor het bereiden uit de koelkast wordt gehaald. Dep de lamskoteletjes droog en bestrooi ze met kruiden en zout. Dat kan zijn olie, peper, rozemarijn en zout, of bijvoorbeeld Italiaanse of Marokkaanse vleeskruiden. Bak het vlees op hoog vuur 20 seconden per kant bruin. Hierna op half vuur 2 a 3 minuten per kant.
De lamskotelet is een dubbele kotelet dat een echte delicatesse is. Uitstekend klaar te maken op de grill, barbecue of in de koekenpan. In een paar minuten is de lamskotelet klaar. Laat vooral tijdens de bereiding het kleine beetje vet aan de buitenkant van de lamskotelet er op zitten. Haal eventueel pas na het bakproces het overgebleven vet weg.
De meest waarschijnlijke voorouders van het gedomesticeerde schaap zijn de moeflon (Ovis gmelini) uit Zuidwest-Azië en waarschijnlijk ook de argali (Ovis ammon) uit Centraal-Azië. Alle schaapstypen zijn kuddedieren. Het schaap werd, net als de geit, voor 7500 v.Chr. gedomesticeerd, en behoort tot de vroegst gedomesticeerde dieren. Vanuit het Midden-Oosten, waar het schaap waarschijnlijk is gedomesticeerd, verspreidde het schaap zich over de rest van de wereld.
Om lammetjes te krijgen moet eerst de ooi door de ram worden gedekt. Dat gebeurt in de herfst en de geboorte vindt plaats in het vroege voorjaar. Een schaap heeft een gemiddelde dracht van 148 dagen. Meestal worden er per keer 1 of 2 lammetjes geboren. Maar soms ook wel 3. De eerste maand drinken ze bij hun moeder de zogenaamde biest. Als de lammeren de wei ingaan krijgen ze hoofdzakelijk alleen nog maar gras, hooi, krachtvoer en water. Alhoewel ze ook nog graag bij hun moeder drinken.
Het gras bijten schapen met hun tanden af. Dat doet een koe heel anders, die draait de tong om de graspol en trekt het gras van de pol. Een schaap eet daarom veel korter gras dan een koe, en een boer kan wel eerst koeien in een wei zetten en daarna schapen, maar nooit andersom.
Er zijn verschillende schapensoorten. Sommige schapen, zoals het heideschaap kunnen van erg schaars voedsel leven, terwijl bijvoorbeeld het Texelse schaap meer op de dijken en in de weilanden hun voedsel zoeken. Deze schapen worden dan ook hoofdzakelijk voor het vlees, de wol en de melk gehouden, terwijl het heideschaap hoofdzakelijk voor de wol en als "natuurbeheerder" wordt gehouden.
Lamskoteletten zijn bij de slager te koop. Bij de Islamitische slager heb je meer keus in lamsvlees.