Ontvang de nieuwste updates
De nieuwste recepten
Geen recept missen?
Laos
Alpinia galanga
Laos is familie van de gember. Daarom wordt hij ook wel eens Thaise gember of galanga genoemd. Hij heeft ook een lichte gembersmaak, met een licht scherpe pepersmaak. De geur is citrusachtig met een vleug van pijnboompitten. De plant is meerjarig en heeft geel/witte knolvormige wortels. De wortels hebben bladnerven die in cirkels om de wortels lopen. Hierin slaat de plant een voedselvoorraad op, waardoor nieuwe uitlopers ontstaan. Hij kan een hoogte bereiken van 2 meter. De bladeren staan op stelen en worden 25 tot 35 centimeter lang. Hij bloeit met kleine licht gele kelkvormige bloemen, waarin drie tot zes zaden groeien.
Hij wordt vers, gedroogd of ingemaakt gebruikt. Als je geen verse laos hebt, kan je laos vervangen door gember met peper. Laos wordt ook als poeder verkocht, alhoewel de smaak wel minder intens is. Als je verse of gedroogde laos in schijfjes in je gerecht gebruikt, dan moet je het voor het opdienen weer uithalen. Je kunt de verse laos ook heel fijn snipperen of raspen. Geschilde laos en in schijfjes gesneden is heel goed in te vriezen. De geur en smaak blijven prima behouden.
Voor het gebruik in gerechten wordt laos vaak samen met andere kruiden tot een pasta gewreven, die later kort in olie wordt gebakken. Je kunt laos ook in schijfjes meestoven, maar verwijder die dan voor het opdienen. Laos heeft een wat scherpe peperachtige gembersmaak met een lichte geur van dennenhars.
Rauw heeft laos een sterkere smaak dan verse gember. De wortelstokken zijn ook harder dan die van gember en je hebt een scherp mes nodig om laos te schillen en klein te snijden. De jonge licht paarse wortelstokken hebben een zachtere smaak dan de oudere geel/witte wortels. Om de smaak optimaal te laten uitkomen is het nodig om schijfjes laos lang mee te stoven in je gerechten. Het wordt in allerlei stoofgerechten gebruikt, zoals in curries en vleesgerechten.
Laos is waarschijnlijk afkomstig uit Indonesië maar wordt momenteel geteeld in Indochina, Thailand, Maleisië en Indonesië.
De laosplant groeit het liefst in losse vruchtbare grond, die voldoende vocht vast kan houden. De plant groeit het beste als hij in het volle licht staat, maar van jonge planten kunnen de bladeren verbranden als ze in de volle zon staan. Ze hebben enige bescherming nodig voordat ze aan het volle zonlicht zijn gewend. In de tropische gebieden wordt laos in bijna alle kruidentuinen aangeplant.
Je kunt in ons klimaat alleen laosplanten kweken als kuipplant. In de winter moet je ze binnen halen. Zet ze wel op een lichte zonnige plek. 's Zomers kunnen ze weer naar buiten. Ook daar moet je zorgen voor veel licht, voldoende water en regelmatig bijmesten.
Laos kan je vers, gedroogd en als poeder in de oosterse toko kopen. In de supermarkt is alleen laospoeder te koop.