Appel

Apel

Malus pumila

Malus / fruit

Appels groeien in de gematigde streken op onze aarde. De belangrijkste producenten zijn China en de Verenigde staten. Op het zuidelijk halfrond komen de meeste appels uit Chili, Argentinië en Zuid-Afrika. De bekendste appelstreek in ons land is de Betuwe. Vroeger had elke boerderij wel een boomgaard die de boer en zijn gezin van fruit voorzag. Allerlei fruit werd er geteeld en voor de winter in de kelders opgeborgen. De appels groeiden aan hoge bomen, waardoor het plukken erg tijdrovend was. De moderne boomgaard heeft laagstambomen, waar de boer bijna zonder ladder de vruchten kan oogsten.

Appels werden en worden op verschillende manieren verwerkt. De bekendste manier is het maken van appelmoes. Ook wordt er appelsap van de appels gemaakt en je kunt appels drogen. Allemaal manieren om de appel lang te kunnen bewaren. Tegenwoordig worden de appels in koelhuizen bewaard. De lage temperatuur zorgt er voor dat de appels niet verder doorrijpen en hun stevigheid en smaak niet verliezen.

Appels zijn er in allerlei kleuren en maten, afhankelijk van het appelras.

- Granny smith
- Golden delicious
- Jonagold
- Junami
- Elstar

Omdat er zoveel verschillende appelrassen zijn, smaken de appels ook verschillend. De smaak gaat van zoet tot zuur en alles daar tussen.

De appel werd al 10.000 v.Chr. in Europa in het wild verzameld en al in het Nabije Oosten geteeld in 4000 v.Chr. De Romeinen hebben de appel over Europa verspreid. De Chinezen hebben de ent techniek ontdekt. Hierdoor was het mogelijk om enten van nieuwe rassen op bestaande stammen te plaatsen. Het voordeel is, dat nieuwe appelrassen snel vermeerderd konden worden en dat het ras zuiver bleef.

Vroeger had men alleen hoogstambomen, tegenwoordig laagstambomen. Het plukken van de appels van deze bomen gaat makkelijker en sneller. De hoogstam en daarmee oude appelrassen zijn bijna verdwenen.

De appelboom bloeit vroeg in het voorjaar. Het gevaar bestaat, dat de bloesem bevriest bij nachtvorst. Om dit te voorkomen besproeit de boer de bomen met water. Dat bevriest en zorgt voor een isolatielaagje om de bloesem. Om appels te krijgen moeten de bloemen bestoven worden. Hiervoor is de bij erg belangrijk. Om een goede oogst te krijgen moeten de bomen elk jaar worden gesnoeid. De boer zorgt er voor, dat de takken naar de buitenkant van de boom groeien, om zodoende het meeste zonlicht op te vangen. De takken die naar het midden van de boom groeien snoeit hij weg. Zo krijgen de bloesems en de vruchten veel licht en worden groter en zoeter.

De appel is in de supermarkt, op de markt en bij de groenteboer te koop.

Bij een appelallergie kun je last krijgen van de volgende symptomen:

- jeuken van de mond en keel.
- roodheid en zwelling van de lippen.
- irritatie en blaartjes in de mond.

Er zijn (nieuwe) appelsoorten op de markt, de Santana en de Elise appel, die door sommige mensen met een appelallergie wél verdragen worden.

De appel is de belangrijkste vrucht in de geschiedenis van legendes en sprookjes: de appel van Adam en Eva, de appel van Willem Tell en de appel van Sneeuwwitje zijn de belangrijkste voorbeelden.